Alle Onze mooimakers

Beiden gingen meteen vanuit de schoolbanken bij Van der Ven aan de slag. Hij in 1982. Zij in 2013, nadat ze hier eerder al een vakantiebaantje had. Vader en dochter Hans en Corine werden allebei aangemoedigd door hun vaders. Deze échte Van der Venners kijken vanuit hun eigen perspectief naar ons bedrijf. Aan de hand van drie stellingen:

Stelling 1: Vader en dochter in hetzelfde bedrijf is altijd spannend

Corine: “Op mijn zeventiende had ik hier een vakantiebaantje op de administratie en bij de receptie. ‘Oh, je bent de dochter van Hans’, hoorde ik toen vaak. Ik vond dat prima. Dat maakte mijn start makkelijker. Na mijn studie kwam ik hier in vaste dienst en veranderde dat. Vaker hoorde ik op kantoor: ‘Dus Hans is jouw vader…?’ Nu weten sommige collega’s dat zelfs niet eens. Tijdens het jubileumfeest voor het 40-jarig dienstverband van mijn vader kwamen er best wat collega’s naar me toe die niet wisten dat mijn vader hier ook werkt. Dat we beiden voor Van der Ven werken, vind ik niet spannend.’

Hans: “Dat komt denk ik ook doordat we op projecten zelden met elkaar samenwerken. In 2023 pas voor het eerst. Dat we vader en dochter zijn, leggen we er ook niet dik bovenop. Dat betekent niet dat het we niet bijzonder vinden. Dat is het wel! Het maakt me ook trots. Zeker als ik hoor hoe Corine het doet, zoals projecten soepel laten lopen.”

Stelling 2: Van der Ven is hét bedrijf waar je alle ruimte krijgt om te groeien

Hans: “Ik kwam hier in 1982 op mijn gympen binnenlopen. ‘Of ze hier geen werk voor me hadden’, had mijn vader aan de directeur gevraagd. ‘Anders zit ie thuis.’ Ik ben onderaan de ladder begonnen, zoals veel collega’s. In 1990 ging ik aan de slag als kraanmachinist. Ik krijg hier alle vertrouwen en verantwoordelijkheid en ga fl uitend naar mijn werk.”

Corine: “Ik liep hier stage, volgde een leerwerktraject en ging aan de slag in verschillende functies. Ook ik startte onderaan. Bij Van der Ven krijg ik de ruimte om mezelf te ontwikkelen. Zo volgde ik een deeltijd hbo-opleiding en kan ik doorgroeien in de functie die bij me past.”

Stelling 3: door de groei van ons bedrijf is er veel veranderd

Hans: “Grotendeels wel, vind ik. Dat zit om te beginnen in het aantal mensen. In 1982 hadden we de directeur op kantoor en tien man buiten. Nu werken we met vijftig collega’s op kantoor meer dan op de bouwplaats. Maar het zit vooral in de aard van het werk. In de bouw en infra komen inmiddels veel meer regels kijken. En omdat de projecten groter zijn, ligt er bijvoorbeeld veel meer verantwoordelijkheid op kantoor.”


Corine: “Toen ik hier begon, werkte er een calculator die de opdrachten binnenhaalde en een werkvoorbereider en projectleider die het werk aanstuurden. Nu bereiden we met soms wel acht mensen een jaar lang een project voor. Dan pas gaat de schop de grond in. Wet- en regelgeving én eisen van opdrachtgevers maken het kantoorwerk complexer. In die zin is de rol van onze collega’s op kantoor steeds belangrijker. Maar het kan allemaal wel correct op papier staan, uiteindelijk zijn het onze collega’s op de bouwplaats die het werk zo maken dat de klant tevreden is.”